bedtijd, niet naar bed willen, tanden poetsen, pyjama
|
|
Ik wil nog niet naar bed
|
bejaardenhuis (verhuizen naar), grootmoeder, oma
|
|
Mijn oma is verdrietig
|
beroepen, wat wil je worden
|
|
Wat wil je later worden
|
boten, roeiboot, zeilboot, varen, water
|
|
Hier is water daar is land
|
brief schrijven, post
|
|
Ik schrijf je een brief
|
dieren, enge beesten, slangen, spinnen, wespen
|
|
Sssss, ik kruip op de grond en ik maak je bang
|
dood, doodgaan, sterven, overlijden
|
|
De bakker is dood
|
dood, doodgaan, sterven, overlijden
|
|
Wat gebeurt er als je dood bent
|
dromen, leuke, rare of enge droom, nachtmerries
|
|
Wat had ik vannacht een rare droom
|
dromen, droomfabriek
|
|
Soms droom ik dat mijn vader en moeder vogels zijn
|
één april, 1 april grap, grapjes
|
|
Op 1 april had ome Piet
|
enge dieren, slang, spin, wesp
|
|
Ik kruip op de grond en ik maak je bang
|
Engelse taal, Spaanse taal, taal leren
|
|
Wat zegt de Engelsman
|
fantasie, fantaseren, fantasiewereld
|
|
Moet je eens horen, luister nou even (bestaat-niet-land)
|
flat (wonen in een), lift
|
|
Ik woon in een huis heel dicht bij de zon
|
gehandicapt zijn, handicaps, rolstoel, doof, blind
|
|
Soms kun je niet goed lopen
|
grootmoeder, oma, (verhuizen naar) bejaardentehuis
|
|
Mijn oma is verdrietig
|
handicap, gehandicapt, invalide, doof, blind
|
|
Soms kun je niet goed lopen
|
herfst, storm, wind tegen / wind mee
|
|
Daar vliegt m'n muts
|
jarig, verjaardag, cadeautjes geven
|
|
Cadeautje, cadeautje
|
jarig, verjaardag, feliciteren
|
|
Gefeliciflapstaart
|
kapper, haar knippen
|
|
Onze kapper die heet Kees
|
klok, klokkijken, leren klokkijken
|
|
Kwart voor negen, tien voor zes
|
kind van "gastarbeider" in jaren '70
|
|
Bij ons in de klas zit een aardig kind
|
kou, winter
|
|
Wollen mutsen, winterjassen
|
leren zwemmen
|
|
Armen strekken, goed uitdrijven
|
leren klokkijken
|
|
Kwart voor negen, tien voor zes
|
leren van andere talen, Engels leren, Spaans leren
|
|
Wat zegt de Engelsman
|
lift, wonen in een flat
|
|
Ik woon in een huis heel dicht bij de zon
|
logeren, op reis, koffer pakken
|
|
Ik ga op reis, ik ga logeren
|
meester ipv. juf
|
|
't Is ongelooflijk hoe dat kan
|
oma, grootmoeder, (verhuizen naar) verzorgingstehuis
|
|
Mijn oma is verdrietig
|
ongeluk, pech, tegenslag
|
|
Bah, wat een dag
|
onweer
|
|
Onweer in de lucht
|
pech, tegenslag, ongeluk
|
|
Bah, wat een dag
|
politie, vrouwelijke agent
|
|
Agent mevrouw, hoe zit dat nou
|
post, brief posten, brieven schrijven
|
|
Ik schrijf je een brief
|
roken
|
|
Mijn vader rookt pijp
|
school, afscheid kleuterschool, begin lagere school
|
|
Dag juf, dag school, dag kinderen
|
school, meester ipv. juf
|
|
't Is ongelooflijk hoe dat kan
|
schoonmaken
|
|
Wij zijn van het soppen
|
seizoenen, weer, winter, sneeuw
|
|
Dwarrel, dwarrel, wat is er aan de hand
|
seizoenen, weer, winter, berg
|
|
Hoog is een berg, een berg vol sneeuw
|
seizoenen, weer, winter, kou
|
|
Wollen mutsen, winterjassen
|
seizoenen, weer, zomer, strand, zand
|
|
Lekker rennen in je blootje
|
seizoenen, weer, herfst, storm
|
|
Daar vliegt m'n muts
|
seizoenen, weer, onweer
|
|
Onweer in de lucht
|
sneeuw, winter, sleeën, sneeuwpop
|
|
Dwarrel, dwarrel, wat is er aan de hand
|
sneeuw, winter, sleeën, berg
|
|
Hoog is een berg, een berg vol sneeuw
|
spelen, fantaseren
|
|
Moet je eens horen, luister nou even (bestaat-niet-land)
|
spelen, verkleden
|
|
In een kist bij ons op zolder
|
spelen op het strand
|
|
Lekker rennen in je blootje
|
spelen met water en bootje
|
|
Hier is water daar is land
|
storm, wind tegen / wind mee, herfst
|
|
Daar vliegt m'n muts
|
strand, zee, zon, zomer, zomervakantie
|
|
Lekker rennen in je blootje
|
taal leren, buitenlandse talen leren
|
|
Wat zegt de Engelsman
|
tanden wisselen, melktanden verliezen, tand los
|
|
Wiebeltand, wiebeltand
|
tegenslag, ongeluk, pech
|
|
Bah, wat een dag
|
toekomst, toekomstdromen, groot worden, beroepen
|
|
Wat wil je later worden
|
vakantie, zomervakantie, strandvakantie
|
|
Lekker rennen in je blootje
|
varen, boten, roeiboot, zeilboot, water
|
|
Hier is water daar is land
|
verhuizen, verhuizing
|
|
'k Woon in een ander huis
|
verhuizen naar bejaardenhuis, oma, grootmoeder
|
|
Mijn oma is verdrietig
|
verjaardag, jarig, cadeautjes geven
|
|
Cadeautje, cadeautje
|
verjaardag, jarig, feliciteren
|
|
Gefeliciflapstaart
|
verkleden, verkleedkist, spelen
|
|
In een kist bij ons op zolder
|
water, varen, boot, roeiboot, zeilboot
|
|
Hier is water daar is land
|
weer, seizoenen, winter, sneeuw
|
|
Dwarrel, dwarrel, wat is er aan de hand
|
weer, seizoenen, winter, berg
|
|
Hoog is een berg, een berg vol sneeuw
|
weer, seizoenen, winter, kou
|
|
Wollen mutsen, winterjassen
|
weer, seizoenen, zomer, strand
|
|
Lekker rennen in je blootje
|
weer, seizoenen, herfst, storm
|
|
Daar vliegt m'n muts
|
weer, seizoenen, onweer
|
|
Onweer in de lucht
|
wind tegen / wind mee, herfst, storm
|
|
Daar vliegt m'n muts
|
winter, sneeuw, sleetje rijden, sneeuwpop
|
|
Dwarrel, dwarrel, wat is er aan de hand
|
winter, sneeuw, sleetje rijden, berg
|
|
Hoog is een berg, een berg vol sneeuw
|
winter, koud, vriezen
|
|
Wollen mutsen, winterjassen
|
wintersport, wintersportvakantie, sleeën, jodelen
|
|
Hoog is een berg, een berg vol sneeuw
|
zee, zon, strand, zomer, zomervakantie
|
|
Lekker rennen in je blootje
|
zeuren, je zin niet krijgen, verdrietig zijn, kinderverdriet
|
|
Wat een ellende, wat een verdriet
|
ziek, kinderziektes
|
|
Rode vlekken op je wangen
|
ziekenhuis, gewond, dokter
|
|
Wees even flink, zegt de zuster zacht
|
zomer, zomervakantie, strand, zee, zon
|
|
Lekker rennen in je blootje
|
zwanger zijn, moeder in verwachting
|
|
Mijn moeder heeft een dikke buik
|
zwemmen, zwemles
|
|
Armen strekken, goed uitdrijven
|